Donald Trump leidt een leven van pracht en praal, van chique New Yorkse appartementen, het allerduurste marmer en gouden trapleuningen. Dit drama over de opkomst van de omstreden vastgoedmagnaat en Republikeinse presidentskandidaat – die bovendien meermaals strafrechtelijk veroordeeld werd – is cynisch genoeg om je naar zuurstof te doen happen.
Ondertussen levert regisseur Ali Abbasi (Holy Spider) sterk werk: hij voert de sfeer van scoren, gelegenheidsvriendschappen en nóóit je ongelijk of onkunde erkennen door tot in de puntjes. In zijn film groeit de jongvolwassen Trump financieel comfortabel op als zoon van een louche huisjesmelker, maar palief laat hem en zijn broer voortdurend merken dat ze nooit goed genoeg zullen zijn. Alles verandert als de corrupte advocaat Roy Cohn (Strong) Donald onder zijn vleugels neemt, waarna hij een vastgoedimperium opbouwt en iedereen die in zijn weg loopt als een bulldozer wegvaagt.
In aankleding en muziek schetst The Apprentice een rauw beeld van het New York van de jaren 70 en 80; een keiharde, nare glitterwereld waarin uiterlijk vertoon en smijten met geld de boventoon voeren en waarin vrouwenhaat en het recht van de sterkste (leugen) gelden.
Evenbeeld? Qua uiterlijk lijkt Sebastian Stan (Captain America: The Winter Soldier) niet echt op Donald Trump. Toch zet hij hem – dankzij zijn woordgebruik, intonatie en kenmerkende maniertjes – op een geloofwaardige manier neer.