Ze heeft een glimlach waarvan zelfs het koelste ijskonijn ontdooit. Maar in films en tv-series zien we die niet zo heel vaak meer. Kijk maar naar haar recentste bioscoopfilm ‘After the Hunt’: wat is ze fel, en wat is ze steengoed.
Als je nu een film zou moeten kiezen die het bepalendst is geweest voor de carrière van Julia Roberts, dan is dat zeker niet haar doorbraakfilm Pretty Woman (1990). En ook niet die andere innemende romkom: Notting Hill (1999). Nee, dan zou je eerder kunnen denken aan Erin Brockovich (2000). Waarom? Omdat die rol model lijkt te staan voor het beste dat ze sindsdien maakte.
In Erin Brockovich speelde Roberts een secretaresse van een advocatenbureau die zich vastbijt in vervuilingszaak. Daar liet ze zich voor het eerst van haar boze kant zien, en als iemand met een groot rechtvaardigheidsgevoel. Vooral in de laatste tien jaar grossiert Roberts in dergelijke rollen. Zoals haar bijrol als aids-onderzoekspionier in de mooie HBO-serie The normal heart (2014), of haar rol als strijdlustige moeder in Wonder (2017) en Ben is back (2018). Ook was ze subliem in de Starz-miniserie Gaslit. Als boze echtgenote van minister van justitie John Mitchell (Sean Penn) lekt ze documenten aan de pers die mede zouden leiden tot het Watergate-schandaal in 1975. Uiteindelijk zijn het allemaal vrouwen met een groot rechtvaardigheidsgevoel. En die rollen liggen Roberts heel goed.
Deze maand verschijnt Roberts’ recentste film After the hunt in Nederland. Het is een psychologisch drama waarin je als kijker voortdurend twijfelt waar je loyaliteit moet liggen. En ook aan Roberts’ karakter Alma Olsson ga je twijfelen. Want dat er duistere geheimen uit haar eigen verleden spelen, dat is wel duidelijk.
After the Hunt draait vanaf 17-10 in de bioscoop
Tekst: Patrick Oxsener